Gemotiveerd zijn en blijven is niet altijd even makkelijk. Soms heb je gewoon dagen er tussen zitten dat je er even geen zin in hebt. Of je hebt een tegenslag gehad in je proces. Je was bezig met afvallen, maar je bent eigenlijk wel helemaal klaar met zo weinig eten. Of je moet bezig voor school/werk, maar kan geen motivatie vinden om dit te doen. Wat doe je dan? Hoe zorg je dat je gemotiveerd blijft om door te gaan? Dat ga ik uitleggen aan de hand van de volgende 6 tips.
1. Stel goede doelen op
Het is uitermate belangrijk dat je goeie doelen opstelt. Je hebt er niks aan als je een doel op stelt dat je over een week 20 kilo wilt zijn afgevallen. Dit gaat nooit lukken, dus zal je motivatie ook niet hoog zijn. Ik heb een heel artikel geweid aan het opstellen van goede doelen die ervoor zorgen dat je ze ook daadwerkelijk behaalt. Dit is de basis van gemotiveerd blijven en je doelen behalen.
2. Hou je doel voor ogen
Misschien wel het allerbelangrijkste om gemotiveerd te blijven, is om je doel voor ogen te houden. Waar heb jij een bepaald doel gesteld en werk je er naartoe om dit doel te halen?
- Als je doel is om af te vallen, kan je motivatie zijn: dat overgewicht je kans op een vervroegde dood vergroot.
- Als je bezig bent met een opleiding is het handig om voor ogen te houden waarom je deze opleiding hebt gekozen, omdat je uiteindelijk graag wilt werken in dit vakgebied bijvoorbeeld.
- Als je een eigen bedrijf aan het opzetten bent, hou dan in je achter hoofd waarom je hier mee begonnen bent en wat je droom is.
Hou dus altijd voor ogen waarom je een doel hebt gesteld. Als dit belangrijk genoeg is, dan zal je altijd motivatie houden. Ook slechte dagen of tegenslagen zullen je niet tegenhouden als je motivatie voor een doel groot genoeg is.
3. Verdeel je doel/doelen in kleinere ‘subdoelen’
Als jij als doel zet om ‘aan het eind van het jaar 20 kilo af te vallen’, dan is dit niet echt een motiverend doel. Je hebt zo nauwelijks een schema of richtlijn die je kan volgen. Geen duidelijk plan of schema is een garantie voor mislukking. Verdeel zo’n groot doel dan liever op in meerdere kleine doelen. Na de 1e maand van het jaar wil je 2 kilo zijn afgevallen, na de 2e maand 5 kilo, etc. Zo heb je kleinere doelen die je moet behalen en kan je beter zien of je goed op weg bent. Je hebt een richtlijn en kan je hier makkelijker aan houden.
4. Vier je successen (hoe klein deze ook zijn)
Vooral bij doelen die langer duren is het aan te raden om tussendoor (kleine) successen te vieren. Zo beloon je jezelf voor je goede werk en geef je jezelf een zetje om door te gaan voor het einddoel. Alle kleine successen zijn namelijk onderdeel van het proces en zorgen er samen voor dat je je einddoel gaat behalen. Je mag best trots zijn op wat je al behaald hebt, vier deze successen dus!
5. Laat tegenslagen je niet uit het veld slaan
Tegenslagen gaan er (bijna) altijd zijn in je proces. Belangrijk is hoe je omgaat met deze tegenslagen. Je kunt in de slachtoffer rol kruipen en opgeven omdat het tegenzit. Of je kunt leren van je fouten en doorgaan, omdat je weet dat elke tegenslag je dichterbij succes brengt.
Stel iets in je eigen bedrijf gaat fout, dan kun je opgeven of je kunt accepteren dat niet alles in 1 keer goed gaat en leren van je fouten.
Als je een keer ‘cheat’ tijdens het afvallen kun je denken dat al het werk voor niet is geweest en opgeven. Of je beseft dat je een tegenslag hebt gehad, accepteert het en gaat door met waar je mee bezig was. Misschien leer je zelfs nog van deze tegenslag.
Wanneer krijg je het gewenste resultaat? Bij ‘opgeven’ of bij ‘doorgaan’ na een tegenslag?
6. Verander ‘moeten’ in ‘willen’
Als je iets moet doen van je ouders, dan heb je er waarschijnlijk niet zoveel zin in. Maar als je iets wilt doen, dan kan je niet snel genoeg beginnen.
Dit heeft allemaal te maken met je gedachtegang. Om motivatie te houden voor je doelen is het daarom belangrijk om “ik moet” te veranderen in “ik wil”.
- Dus niet: ik moet nu aan mijn eigen bedrijf werken, ik moet 5 kilo afvallen, ik moet deze opdracht voor school maken.
- Maar: ik wil nu aan mijn eigen bedrijf werken, ik wil graag 5 kilo afvallen, ik wil deze opdracht voor school maken.
Zie je hoe deze zinnen anders over komen. Je voelt bij de ene al dat er meer motivatie achter zit dan bij de ander. Je kunt hier dan zelfs nog een reden bij toevoegen om het nog meer kracht te geven. Vergelijk deze 2 zinnen maar eens en vraag je af bij welke je gemotiveerder zal zijn.
- Ik moet nu aan school gaan werken (maar daar heb ik eigenlijk helemaal geen zin in).
- Ik wil aan school gaan werken, want ik wil graag mijn diploma halen en werken in dit vakgebied en deze opdracht is onderdeel van het proces om dat doel te behalen.