Heb jij moeite met onthouden? Moet je bijvoorbeeld veel leren voor toetsen, maar onthoud je de stof maar moeilijk? Dan heb je geluk! In dit artikel vertel ik je namelijk de 8 belangrijkste tips om beter te onthouden.
Een groot onderdeel van dingen onthouden is ook je concentratie. Als je concentratie niet goed is zal je automatisch dingen minder goed onthouden. Ik heb een artikel geschreven over Moeite met concentreren? Tips om je beter te concentreren. Mocht je hier dus last van hebben kun je dit artikel ook lezen.
8 tips om dingen beter te onthouden
1. Luister geen muziek, maar ook weer wel
Om dingen goed te onthouden moet je niet naar muziek luisteren, maar soms ook weer wel. Dit klinkt misschien wat gek, maar ik zal het uitleggen.
Je denkt misschien van wel, maar je hersenen kunnen niet meerdere dingen tegelijk doen. Als jij dus luistert naar nummers uit jouw afspeellijst die je mee kan zingen, kun je je niet meer optimaal concentreren op je studiestof. Je aandacht zal uitgaan naar de muziek en de tekst, en je zal de stof niet goed opnemen.
Wel kun je een rustgevende muziek op de achtergrond hebben. Deze zal je meer afschermen van afleidingen. Naast klassieke muziek kun je ook online iets opzoeken van ‘werk muziek’ of ‘leer muziek’ of ‘concentratie muziek’, maar kies dus niet voor Antoon of Justin Bieber.
2. Leer niet langer dan 30-45 minuten achter elkaar door
Om dingen beter te onthouden moet je weten hoelang je achter elkaar geconcentreerd kunt blijven. Bij de meeste mensen ligt hun spanningsboog rond de 30-45 minuten. Hierna zal de concentratie afnemen en zo ook het vermogen tot informatie opnemen. Neem dus om de 30-45 minuten een korte pauze (+-10 min).
3. Zorg dat je niet afgeleid wordt
Nadat je gestoord wordt duurt het gemiddeld 8 minuten voordat je weer geconcentreerd bent op je taak. Zorg dus dat je je telefoon of andere afleiding weglegt als je gaat leren.
4. Gebruik chunking
Gebruik chunking om dingen beter te onthouden
Je werkgeheugen kan 7 +- 2 chunks onthouden (tussen de 5 en 9 dus), dit verschilt per persoon.
“Een chunk is elk patroon of elke betekenisvolle eenheid van informatie die zich in het geheugen bevindt”.
Zo’n chunk kan een enkele letter of een enkel getal zijn, een groep letters of andere items, of zelfs een hele zin. De reeks P-H-I-L-I-P bestaat bijvoorbeeld uit zes letters die zes chunks kunnen vormen. Als je de reeks herkent als naam, vormen de zes letters slecht 1 chunk in je werkgeheugen. Door middel van chunking kun je dus meer informatie opslaan in de 5-9 plekken die je in je werkgeheugen hebt. Bij een telefoonnummer kun je dus ook bijvoorbeeld van 0610293847, 0610 – 2938 – 47 maken. Nu heb je 10 afzonderlijke items omgezet in 3 chunks.
5. Hardop lezen
Hardop lezen kan je helpen met het beter onthouden van dingen. Dit geld voor allerlei zaken; waar je je auto geparkeerd hebt, waar je je sleutels gelaten hebt, hoe laat je ergens aanwezig moet zijn, etc. Meerdere studies hebben uitgewezen dat mensen die dingen hardop zeggen, aanzienlijk beter dingen onthouden dan de mensen die het niet hardop zeggen.
Dit wordt ook wel ‘the production effect’ genoemd. Hoe meer productiviteit, hoe groter het effect.
Je ziet namelijk de woorden (visueel), je stuurt je brein aan om die woorden uit te spreken (motoriek) en je hoort de woorden (auditief).
6. Gebruik ezelsbruggetjes/connecties
Een andere makkelijke manier om beter dingen te onthouden zijn, ezelsbruggetjes of connecties. Dit kan je helpen om rijtjes makkelijker te onthouden. Denk maar aan TV-TAS of Nooit Op Zondag Werken. Als je studeert sla je alle informatie namelijk wel ergens op, dit daarna weer terughalen is soms alleen lastig. Ezelsbruggetjes onthoud je makkelijker. In een ezelsbruggetje heb je natuurlijk niet precies het antwoord staan wat je zoekt. Het ezelsbruggetje werkt als trigger om de juiste informatie terug te halen uit je lange termijn geheugen. Zo weten je hersenen beter waar ze moeten zoeken en vinden ze dus makkelijker de informatie terug.
Je kunt dit ook doen met behulp van muziek. Maak van de leerstof een soort deuntje, dit is ook makkelijker te onthouden dan losse woorden.
7. Maak het visueel
Naast ezelsbruggetjes en muziek deuntjes houden je hersenen ook heel erg van plaatsen. Denk maar eens als jij ergens heen moet met een routeplanner. Heb je dan liever tekst van ‘sla na 100 meter links en daarna bij het 5e paaltje rechts’ of een plaatje met de uitgestippelde route die je moet volgen. Zelfde met gebruiksaanwijzingen, je ziet liever een filmpje of afbeeldingen van hoe het moet, dan dat je een tekst moet lezen.
Je kunt dit bijvoorbeeld doen om woordjes te leren. Als je bijvoorbeeld voor spaans ‘vestido’ moet leren. Zie dan in gedachten een jurk voor je en koppel daar het woord ‘vestido’ aan.
Je zal het je nu makkelijker herinneren dan wanneer het alleen een woord was zonder ‘waarde’ eraan gekoppeld.
Nog een leuk voorbeeld die ik zelf bijvoorbeeld heb. Als ik Maarten Luther hoor, zie ik meteen een man voor me die een soort brief op de deur van een kerk timmert. Dit plaatje is bij mij dus onlosmakend gekoppeld aan die naam.
Vervolgens als mijn hersenen dat plaatje hebben opgehaald ligt alle informatie over die gebeurtenis er vlak naast als ware.
Dit klinkt misschien wat gek, maar je hersenen zijn een opslag plaats. Om deze zo overzichtelijk mogelijk te maken worden zaken die met elkaar te maken hebben dichtbij elkaar opgeslagen. Dus de informatie van de gebeurtenis ligt dichtbij de afbeelding die ik in mijn hoofd heb.
8. Maak een geheugen paleis
Heb jij wel eens mensen gezien die een ongelooflijk goed geheugen hebben? Grote kans dat ze hier een geheugen paleis voor gebruikten. Ik zal even kort uitleggen hoe het werkt, mocht je meer willen weten, google het dan even.
In grote lijnen houdt het in dat je een bekende plek in gedachten neemt, bijvoorbeeld je huis. Dan bepaal je een route die je gaat lopen. Tijdens het lopen van die route, koppel je stukjes informatie aan voorwerpen die je ziet.
Stel je gaat boodschappen doen en wilt het boodschappenlijstje uit je hoofd leren. Stel je nu dus voor dat je op een bekende plek bent of bekende route loopt, ik neem nu even mijn huis als voorbeeld. Je maakt nu voor jezelf een route om te lopen door je huis. Je begint bijvoorbeeld bij de voordeur, hier staan je schoenen. Je ziet nu voor je dat er melk in je schoenen zit. Je loopt door en ziet een kast staan. Deze zit vol met koffie cupjes. Even verderop is de wc, deze is gevuld met ranja. Ga zo maar door.
Als je nu een dag later naar de supermarkt gaat loop je in je gedachten weer precies dezelfde route door je huis en ‘kom je dus al je boodschappen tegen’.